PARKING – Het gaat niet goed met de Belgische spoorwegen. Zoveel werd duidelijk nadat spoorbaas Jo Cornu een tweede perscommuniqué op korte tijd de wereld in stuurde. Niet alleen zit de NMBS met een historische schuldenberg van boven de 3 miljard euro, maar kampt de maatschappij ook nog eens met een gigantisch imagoprobleem. Na een lange periode gevuld met besparingen, stakingsacties en moeizame onderhandelingen met de sociale partners scoort het spoorbedrijf slechter dan ooit bij reizigers. Vorige week nog merkte Cornu vooral een probleem op bij passagiers in eerste klasse en constateerde de uittredende topman dat het verschil tussen tweede en eerste vervoersklasse wellicht “te miniem” is geworden en dat de duurdere zitjes zo stilaan hun meerwaarde dreigen te verliezen. In dezelfde adem verklaarde Cornu toen nog dat de NMBS “moeilijk” materiële ingrepen kon plegen en het waarschijnlijk bij prijsvariaties en eventuele internetopties zou houden. Nu lijkt de spoorbaas daarop terug te komen en wil de voormalige zakenman, met goedkeuring van de regering en zijn opvolgster Sophie Dutordoir, de faciliteiten in de standaard – en dus tweede – passagiersklasse toch enigszins “aanpassen” om het verschil weer “voelbaar” te maken.
Verschil moet er zijn
“Daar waar een gemiddelde trein 454 zitplaatsen telt, bevinden er zich slechts 62 in eerste klasse,” legt Cornu uit. “En toch merken we dat die luxueuze zitjes doorgaans maar aan 18 procent gevuld geraken. Dat is natuurlijk ruim onvoldoende.” Volgens experten komt dit voornamelijk doordat bedrijven minder geneigd zijn hun personeel in eerste klasse te laten reizen, maar volgens de spoorbaas speelt ook het relatief kleine verschil in reiscomfort een rol. “Tja, als je de twee vergelijkt, merk je nog amper een verschil in comfort. Daar moeten we gewoon eerlijk over zijn. De NMBS heeft indertijd zwaar geïnvesteerd in modernisering en opwaardering van haar treinstellen en nu geniet de gemiddelde reiziger van zowat dezelfde standaard als waar de toch exclusievere passagier pakweg twintig jaar geleden aan gewend was. Dat terwijl die laatste in luxe amper vooruitgang heeft gezien. Dat vind ik toch wel problematisch.”
Ook vanuit de zakenwereld wordt de kwestie meer en meer aangehaald. “Ja, wij kunnen niet ontkennen dat de situatie stilaan gênant wordt,” vertelde Hans Maertens, gedelegeerd bestuurder van werkgeversorganisatie Voka, vanochtend nog aan de pers. “België hinkt al jaren achterop in het aantrekken van toplui voor onze bedrijven. Met absurde constructies als ‘bonusmatiging’ en ‘belastingen’ is onze land kampioen in het wegjagen van getalenteerde executives. Maar het ergst van al, vernemen wij regelmatig via onze connecties, is dat diezelfde topverdieners blijkbaar de voldoening niet eens meer gegund wordt vanuit hun veruit decadente compartimenten op het ongewassen plebs te kunnen neerkijken. Ik bedoel, dit is toch fucking Cuba niet?”
‘Neerwaardering’
Toch blijft de bewegingsruimte van de NMBS naar eigen zeggen “te nipt” om haar duurdere prijsklasse ook effectief in kwaliteit op te waarderen. “Daar is gewoon geen geld voor,” antwoordt Cornu laconiek. “We krijgen net genoeg van de regering om het hoofd boven water te houden en dat respecteer ik. Er moet zelfs op lange termijn nog een hele hoop bespaard worden op personeel en technische ondersteuning, en dus dan kan je eigenlijk nog maar één kant uit: een fameuze terugschroeving van de kwaliteit in tweede klasse. Het is zo logisch dat ik me afvraag waarom we daar niet eerder opgekomen waren.”
Nu lijkt het spoorbestuur dan toch een alternatief plan klaar te hebben om de situatie weer recht te trekken, klinkt het in Brussel. Concreet plant de NMBS “versleten” en “onafgewerkte” treinstellen ook gewoon na een basisonderhoud “zo leeg en ongezellig mogelijk” op de rails te zetten. “Uiteindelijk wil de budgetreiziger gewoon van punt A tot punt B geraken en dat kan nog altijd prima,” staat in het communiqué te lezen. “Daarom bieden we hem het komend jaar graag een pakket van oerdegelijke eenvoud aan. Gedaan met onnodige franjes als zitbanken of beveiligde bedrading. Een soort minimalistische dienstverlening, zeg maar. En ondertussen kunnen we onze capaciteit ook zienderogen verhogen. Bon, misschien dat lichamelijk gehandicapten, zwangere vrouwen en mensen met rugklachten dan toch maar beter de wagen nemen, maar laat ons realistisch blijven. Het openbaar vervoer kan moeilijk met iedereen rekening houden.”
Regering reageert positief
Vanuit de Wetstraat hoeven de spoorbonzen alvast geen tegenwind te verwachten. Premier Charles Michel liet al eerder verstaan dat hij de “creatieve ondernemingsgeest” van het bestuur toejuicht en verheugd is dat de cosmetische ingreep meteen aan een “nieuwe en broodnodige besparingsronde” kan gekoppeld worden. Ook François Bellot (MR), partijgenoot van de premier en federaal minister van Mobiliteit staat vierkant achter het plan. “Ik was al blij dat collega Vandeput (N-VA, minister belast met Ambtenarenzaken, red.) er eindelijk voor gezorgd had dat doodnormale ambtenaren niet meer gratis in eerste klasse kunnen komen zitten alleen omdat zij in het bezit zijn van een universitair diploma. Het signaal dat je daarmee naar je eigenlijke elite stuurt is ronduit verwerpelijk.”
Tot slot liet ook Sophie Dutordoir, de toekomstige opvolgster van Cornu, zich enthousiast uit over de geplande hervormingen. “Ik vind het een zeer sterk signaal van Jo en ik zal hier zeker op voortbouwen. De groeiende gelijkheid waarmee alle treinpassagiers zomaar behandeld worden is al jaren een doorn in het oog van éénieder die de markt een beetje begrijpt. Uiteraard zullen de vakbonden hier weer misbruik van maken het hele land op zijn kop te zetten, maar ik maak me sterk dat we er samen beter zullen uitkomen. Ondertussen hoeft de gewone reiziger zich geenszins zorgen te maken. Wij zullen ons even hard voor hem inzetten en ons met dezelfde passie over zijn welzijn ontfermen. Maar als mensen al gaan lopen janken omdat ze tussen Gent en Antwerpen niet even kunnen gaan zitten om hun horoscoop in de Metro te lezen, kunnen ze voor mijn part te voet. Je moet natuurlijk ergens de grens durven trekken.”
Baldarch