BUITENPARKING – Het cultuurlandschap in Vlaanderen gaat nog steeds gebogen onder de coronamaatregelen, alsook jarenlange besparingen, en dat ziet men stilaan ook buiten de landsgrenzen. Zo trok onze buitenlandse correspondent naar Alasizop, een bescheiden, straatarm Somalisch dorpje zo’n vijftig kilometer buiten de hoofdstad, waar men vanaf vandaag geld inzamelt om de Vlaamse cultuursector te steunen. “Tja, als wij het niet doen, wie dan wel?” halen de dorpelingen hun schouders op.
“De mensen hier hebben nooit veel geld gehad”, vertelt schapenhoeder Abshir (38). “En ziekte of hongersnood zijn nooit ver weg. Maar toen we in de ene vergeelde krant die elke maand het dorp rondgaat lazen hoe jullie theaters, muzikanten en andere performance kunstenaars zo royaal gekloot worden tegenover andere, op zich al winstgevendere sectoren, wisten we dat we moesten ingrijpen. Ik kan zelf niet veel geven, maar ik scheer dit jaar graag een schaapje meer tot jullie weer voor deftig gevulde zalen kunnen spelen, of tot men jullie tenminste deftig ondersteunt.”
Ook Taifa (48), een ongeletterde naaister met twaalf kinderen, heeft al veel ellende in haar leven gezien. “Maar dit is om te schreien”, pinkt ze meerdere tranen weg, terwijl ze in haar draagbuidel naar een beetje kleingeld graaft. “Armoede is hard, maar in een eerlijk kutland als het onze weet je tenminste waar je staat. De regering in Mogadishu geeft geen zak om ons, maar daar doet niemand flauw over. Je bevolking hardvochtig in de kont neuken is één ding, maar het met de glimlach doen is gewoon obsceen. Bisinka, het ga jullie goed.”
Creatief en niet zo lief!
Moet kunnen.